Samenvatting
subtitel: "acceptatie na schaamte voor handicap".
Hoewel deze casus speelt in een verpleeghuis is de problematiek zonder meer te vertalen naar andere vormen van maatschappelijk werk.
Een 65 - 70 jarige vrouw is na een herseninfarct halfzijdig verlamd en dat brengt grote veranderingen met zich mee. Zij is tijdelijk opgenomen in een verpleeginrichting en kan niet terug naar haar eigen woning. Ze heeft veel moeite met het accepteren van haar handicap.
De aanpak van de maatschappelijk werker is gericht op zoveel mogelijk activering nadat eerst uitgebreid is stilgestaan bij de beleving van de grote veranderingen in het leven van cliënte. Stap voor stap worden mogelijkheden en onmogelijkheden met elkaar in kaart gebracht, worden broer en zusters bij de aanpak betrokken.
De werkwijze volgens TGH methodiek heeft een goede uitwerking gehad op deze cliënt. Door met taken te werken werd mevrouw geactiveerd, waardoor ze weer grip kreeg op haar situatie. Voor de mw'er betekende deze gestructureerde aanpak dat ze een goed overzicht bleef houden op de voortgang van de beoogde doelen.
Herseninfarct, halfzijdige verlamming, revalidatie, opname verpleeginrichting, terugkeer naar huis, aanpassingen woning, problemen met stoelgang, delen intieme lichaamsfuncties met verpleging, schaamte, familiecontacten, teruggang lichamelijke functies, sombere stemming, acceptatieproblemen handicap,
TGH model, Inventarisatie problemen, taxatie functioneren, vaststellen problemen, vaststellen doelen, taak gericht op andere opstelling naar verpleging, taak gericht op turven van stoelgang, taken gericht op denken over andere woonvorm, taken gericht op eigen recreatievormen, contact met medepatienten, rolstoel
Samenvatting
Kennisgroep
Praktijk Lou Jagt
Samenvatting
subtitel: "acceptatie na schaamte voor handicap".
Hoewel deze casus speelt in een verpleeghuis is de problematiek zonder meer te vertalen naar andere vormen van maatschappelijk werk.
Een 65 - 70 jarige vrouw is na een herseninfarct halfzijdig verlamd en dat brengt grote veranderingen met zich mee. Zij is tijdelijk opgenomen in een verpleeginrichting en kan niet terug naar haar eigen woning. Ze heeft veel moeite met het accepteren van haar handicap.
De aanpak van de maatschappelijk werker is gericht op zoveel mogelijk activering nadat eerst uitgebreid is stilgestaan bij de beleving van de grote veranderingen in het leven van cliënte. Stap voor stap worden mogelijkheden en onmogelijkheden met elkaar in kaart gebracht, worden broer en zusters bij de aanpak betrokken.
De werkwijze volgens TGH methodiek heeft een goede uitwerking gehad op deze cliënt. Door met taken te werken werd mevrouw geactiveerd, waardoor ze weer grip kreeg op haar situatie. Voor de mw'er betekende deze gestructureerde aanpak dat ze een goed overzicht bleef houden op de voortgang van de beoogde doelen.
Herseninfarct, halfzijdige verlamming, revalidatie, opname verpleeginrichting, terugkeer naar huis, aanpassingen woning, problemen met stoelgang, delen intieme lichaamsfuncties met verpleging, schaamte, familiecontacten, teruggang lichamelijke functies, sombere stemming, acceptatieproblemen handicap,
TGH model, Inventarisatie problemen, taxatie functioneren, vaststellen problemen, vaststellen doelen, taak gericht op andere opstelling naar verpleging, taak gericht op turven van stoelgang, taken gericht op denken over andere woonvorm, taken gericht op eigen recreatievormen, contact met medepatienten, rolstoel
Aanmelding
Geslacht
Vrouw
Leeftijd
Onbekend
Herkomst
Onbekend
Gezinssituatie
Onbekend
Inkomen
Onbekend
Aanmeldingsverslag
verwijzing door verpleging.
Een 65 - 70 jarige vrouw is na een herseninfarct halfzijdig verlamd en dat brengt grote veranderingen met zich mee. Zij is tijdelijk opgenomen in een verpleeginrichting en kan niet terug naar haar eigen woning. Ze heeft veel moeite met het accepteren van haar handicap en de gedachte dat zij van een rolstoel gebruik moet gaan maken schrikt haar af. In de verpleeginrichting heeft zij veel moeite met het omgaan met de andere patiënten. Zij heeft ook veel problemen met haar stoelgang en zij schaamt zich dat zij hiervoor afhankelijk is van het verplegend personeel. In het begin is haar stemming somber en zit zij ineengedoken.
Intake
Hulpverleden
Ja
Problematiek 1
Psychische problemen Overige
Problematiek 2
Problematiek 3
Intakeverslag
Probleemanalyse
Beschrijving praktijksituatie:
Mevrouw B. is 65 - 70 jaar, ongehuwd, secretaresse geweest op scholengemeenschap, en sinds 3 maanden opgenomen in het verpleeghuis na een herseninfarct met als gevolg een halfzijdige verlamming aan haar linkerzijde. Het opnamedoel is revalidatie, mevrouw wil graag terug naar haar eigen woning.
Ze woont in een ruime driekamerflat met een lift. Ze is altijd zeer actief geweest op het gebied van cultuur, reizen, musea bezoeken en haar hobby's zijn bridgen, schilderen en lezen. Ze is in het bezit van een auto. Ze heeft twee zussen en ren broer, er bestaat een goede onderlinge relatie. Een zus van mevrouw woont in dezelfde flat, zij is weduwe, ze doen veel samen, bijv. vaak samen koken. Mevrouw krijgt iedere dag bezoek van haar familie, de zussen brengen ombeurten de hele middag bij mevrouw door. De familie van mevrouw heb ik ontmoet voor haar opname, toen zij t.b.v. hun keuzebepaling informatie en een rondleiding van mij kregen.
Met mevrouw heb ik kort na haar opname een kennismakingsgesprek gevoerd waarin ik heb uitgelegd op welk gebied zij ondersteuning van mij kan krijgen. Mevrouw heeft aangegeven allereerst haar energie in het revalideren te willen steken, zij weet dat ik in het multi-disciplinaire overleg op de hoogte wordt gehouden van de voortgang en eventuele problemen.
Taxatie functioneren:
Tijdens het mdo waar het behandelplan van mevrouw wordt besproken wordt ik op de hoogte gebracht van de voortgang van het revalidatieproces en baar algehele situatie.
Uit informatie van de andere disciplines blijkt dat mevrouw moeite heeft met de acceptatie van haar beperkingen waardoor ook haar inzicht in haar mogelijkheden en haar toekomstperspectief belemmerd wordt. Door deze problemen stagneert bet revalidatieproces. Mevrouw wil bijvoorbeeld niet nadenken over een beenbeugel teneinde meer sta-functie te krijgen omdat ze verwacht dat de functie nog terugkomt en ze een zichtbare beugel vreselijk lelijk vindt; iedereen kan het zien.
Tevens wordt duidelijk dat haar wens om terug te keren naar baar woning en daar zoveel mogelijk zelfstandig te functioneren niet haalbaar is, mevrouw heeft onvoldoende sta-functie in haar been waardoor het zelfstandig maken van de transfers die nodig zijn voor bijv. de toiletgang, niet mogelijk is. Ook de armfunctie is zeer beperkt, waardoor zij allerlei handreikingen nodig heeft met wassen, kleden enz. De ergotherapeute heeft met mevrouw de thuissituatie bekeken tijdens een huisbezoek. Daar kwam uit naar voren dat ook de woning niet geschikt. is voor mevrouw, de kosten van aanpassingen zouden zo hoog worden dat de gemeente deze niet zou willen bekostigen.
Over de stemming van mevrouw wordt opgemerkt dat deze somber is, mevrouw heeft weinig contact met medepatiënten, trekt zich terug en laat zich negatief uit over het verblijf in het verpleeghuis. Aan mij wordt de vraag gesteld met mevrouw te gaan praten over haar toekomst en haar te begeleiden t.a.v. bovenstaande problematiek.
Hulpverlening
Werkwijze 1
Individueel gericht
Werkwijze 2
Onbekend
Methodiek 1
Methodiek 2
Methodiek 3
Hulpverleningsplan
Beginfase
Er wordt door mij een afspraak gemaakt met rnevrouw, ik heb haar de aanleiding, de vraag vanuit het mdo, uitgelegd en mevrouw reageert zichtbaar enthousiast, is zeer gemotiveerd en vindt het zeker noodzakelijk. Tijdens het eerste gesprek vertelt mevrouw over haar situatie. Ze vindt het verblijf in het verpleeghuis afschuwelijk, alle ellende die ze ziet, de oude mensen waar ze, geen aansluiting bij vindt, geen gesprek op haar niveau kan voeren, haar afhankelijkheid, haar lichaam dat haar in de steek laat en de houding en bejegening van het personeel die niet aansluit bij haar normen en waarden. Ze beschrijft haar acceptatieprobleem, het niet meer meetellen als je in een rolstoel zit, uiterlijke aspecten van een handicap en liet niet meer terug kunnen naar haar eigen woning, Ze voelt zich somber, piekert over haar toekomst, slaapt slecht, is erg snel moe en beeft nergens zin in. Ze vindt de activiteiten die er geboden worden niet zin- vol, handwerken houdt ze niet van en bingo is helemaal uit den boze. Ze beeft obstipatieklachten die haar zodanig bezighouden dat ze een belemmering vormen voor haar activiteiten. Ook voelt ze zich schuldig ten aanzien van haar zussen die zoveel tijd aan haar moeten besteden, ze zou echter niet weten wat ze zonder hen noest beginnen. Ze ziet geen oplossing voor al baar problemen, blijft maar in een kringetje ronddraaien met haar gedachten. Ze zegt geen grip meer op haar situatie te hebben.
Tussentijdse evaluatie
Ik besteed in het eerste gesprek veel aandacht aan uitleg over ziekte en haar veranderde situatie, neem haar gevoelens en somberheid serieus, toon begrip voor problemen t.a.v. andere cultuur waar ze in is terecht gekomen, geef informatie over werkwijze ziekenverzorgsters, vraag door over haar interesses, haar leven en werken. Ook benoem ik de positieve resultaten die mevrouw al geboekt heeft t.a.v. de revalidatie.
Wat opvalt tijdens gesprek is de houding van mevrouw Ze zit ineengedoken, wegzakkend naar haar paresekant in haar stoel, met het hoofd naar beneden, als het ware wegkruipend voor iedereen. Op mijn vraag of ze wel prettig zit laat ze zien dat ze wel rechtop kan zitten maar dat de energie haar ontbreekt.
Het is een intelligente vrouw met een brede belangstelling. Ze is wat star in haar ideeën en verwachtingen ten aanzien van andere mensen, heeft altijd in een bepaalde kring van mens op een behoorlijk niveau geleefd en kan zich moeilijk inleven in andere levensstijlen. Ze heeft ook nog weinig tegenslag in haar leven ondervonden, kon altijd alles doen wat ze wilde.
Ik maak een samenvatting van de problemen zoals mevrouw ze heeft aangegeven en kom in overleg niet haar tot de volgende opsomming:
- mevrouw kan niet terugkeren naar eigen woning;
- mevrouw heeft moeite met accepteren van handicap;
- mevrouw vindt het moeilijk hulp te vragen;
- mevrouw heeft geen zinvolle dagbesteding; mevrouw voelt zich schuldig t.o.v. zussen
Ik leg mevrouw de werkwijze uit dat we samen gaan werken d.m.v. taken en hoe we dat gaan doen, Hieronder valt de vastlegging in een contract en bet bijhouden van de voortgang TH. de doelen die we, gesteld hebben.
Ook de tijdsduur en het aantal contacten komen ter sprake, Mevrouw is zeer gemotiveerd.
In het contract wordt als hoofdprobleem gesteld:
Mevrouw kan vanwege haar handicap niet terugkeren naar eigen woning.
Daarmee samenhangende problemen zijn:
- geen acceptatie ziekte;
- moeilijkheden met hulpvragen;
- geen zinvolle dagbesteding;
- schuldgevoelens t.o.v. zussen.
De behandelingsdoelen zijn:
l. Andere woonvorm, waar mevrouw zo zelfstandig mogelijk met haar handicap kan functioneren.
2. Mevrouw kan omgaan met handicap.
3. Mevrouw kan assertiever omgaan met hulpvragen.
4. Mevrouw heeft een zinvolle dagbesteding.
5. Mevrouw voelt zich niet schuldig meer.
We bespreken de taken die hier uit voortkomen en wie wat zal gaan doen en in welke volgorde.
De gesprekken vinden wekelijks plaats en duren een uur, zes weken lang. We besluiten met taakafspraken voor de tussenliggende tijd.
Taken, behorend bij beginfase en hun effect
ik zal informatie inwinnen over woonvormen, een onafhankelijke taak, effect is: duidelijkheid over mogelijkheden, mevrouw kan een keuze maken voor haar toekomst.
Er zijn tot nu toe twee gesprekken geweest.
Mevrouw is al na het eerste gesprek gestart met een externe cliënttaak (taxatietaak), voortvloeiend uit haar probleem geert hulp te kunnen vragen, nl. haar obstipatieklachten in kaart brengen. Ze zal haar stoelgang turven en zo inzichtelijk maken voor de arts, zodat er iets aan gedaan kan worden.
Resultaat is andere medicatie t.b.v. stoelgang, waardoor verbetering.
Als contacttaken kunnen we de vaststelling van het contract met daarin duidelijke afbakening van het probleem benoemen. Dit betekende voor mevrouw duidelijkheid omtrent het feit, dat we aan haar problemen gingen werken en wat haar taken waren.
Middenfase
We beginnen met de bespreking van de taken. Mevrouw blijft de resultaten van haar stoelgang bijhouden; Tevens komt naar voren dat ook de acceptatieproblemen hier een rol in spelen. Ze vindt het vreselijk geholpen te moeten worden bij zoiets persoonlijks als toiletgang. Ze durft vaak geen hulp te vragen als ze aandrang heeft omdat de zusters dan druk zijn. Ik vraag haar of het vaak voorkomt dat ze lang moet wachten. Dat is niet het geval, het is meer het idee van mevrouw. Ik geef uitleg over de werkwijze en dat men er is om haar te helpen. Mevrouw geeft ook een voorbeeld van een onjuiste bejegening van een zuster. Mevrouw heeft als gewoonte zich te verontschuldigen als ze hulp nodig heeft, dat is ze gewend, ze begint haar vraag altijd met "sorry, kunt U.. Een zuster was tegen haar uitgevallen, ze had gezegd "dat mevrouw nu maar eens op moest houden met dat gesorry, daar had ze schoon genoeg van, ze deed gewoon haar werk". Mevrouw kan op zo'n moment niets meer zeggen, voelt zich verdrietig en niet begrepen, vindt haar reactie normaal en begrijpt de zuster niet. Ik leg uit hoe een ziekenverzorgster zoiets ervaart en we oefenen samen hoe mevrouw anders kan vragen en reageren op de zusters. De oefeningen vindt mevrouw leuk om te doen, de sfeer verbetert, mevrouw is minder gespannen.
Mevrouw krijgt als taak het geoefende gedrag uit te proberen bij het vragen om hulp bij de toiletgang, ze zal zich niet meer verontschuldigen als ze hulp nodig heeft. Ze houdt de resultaten bij in het werkschrift dat we in gebruik hebben genomen.
Ik breng mevrouw op de hoogte van de ingewonnen informatie m.b.t. de woonvormen. Er is ook schriftelijke informatie gekomen. dat krijgt mevrouw mee om te bestuderen en met haar zussen door te spreken.
Mevrouw vindt het moeilijk een keus te bepalen en we spreken af dat een gezamenlijke bijeenkomst met haar zussen zinvol is om over de woonvormen te praten. Tegelijkertijd zullen we dan over de aandacht en zorg die zussen bieden en in de toekomst mogelijk nog willen geven praten. We spreken over de verwachtingen van mevrouw t.a.v. haar zussen zodat ik tijdens bet gesprek mevrouw op de juiste manier kan ondersteunen. Mevrouw zal haar zus vragen contact met mij op te nemen om een afspraak te maken.
Ten aanzien van het zinvol de dag doorbrengen praten we over de hobby's van mevrouw en haar andere bezigheden. Ik wijs haar op de mogelijkheden die de activiteitenbegeleidster heeft en we inventariseren haar behoeften.
De taken die daar uit voortkomen zijn: Mevrouw gaat praten met a.b. over schilderen. Met familie zal over de aanschaf van een t.v. gesproken worden zodat mevrouw naar haar eigen programma's kan kijken op haar kamer. Ook zal ze contact opnemen met jaar bridgevrienden om te vragen of ze af en toe naar het verpleeghuis willen komen om te bridgen. Het gesprek wordt afgerond met een samenvatting van taken en mevrouw krijgt een kopie van de afspraken die we gemaakt hebben.
Taken, behorend bij middenfase en hun effect
Taxatietaak t.a.v. stoelgang, effect: Mevrouw krijgt inzicht in patroon, dit verbetert waardoor ze meer openstaat voor andere bezigheden. Tevens wordt het inzicht van mevrouw vergroot t.o.v. hoe haar gedachten over hulpvragen de obstipatieproblemen beïnvloeden. Deze bewustwording werkt positief t.a.v. acceptatie.
Contacttaak: aanleren van ander gedrag. Effect: mevrouw is minder gespannen en het aanleren van vaardigheden waardoor haar greep op haar situatie kan verbeteren. Daarnaast was een contacttaak het vergroten van inzicht en bewustwording d.m.v. informatieve discussie. Mevrouw heeft haar verwachtingen t.a.v. familie duidelijk gekregen.
Externe cliënttaak: daginvulling bespreken. Effect: zinvolle dagbesteding. Mevrouw heeft schilderclubje in het verpleeghuis, ze beeft daardoor meer contacten met medepatiënten. De bridgevrienden komen bridgen, ze wordt weer voor vol aangezien. De t.v. is geïnstalleerd, mevrouw is weer goed op de hoogte van het leven buiten bet verpleeghuis.
Als werker ben ik in deze fase bezig met belangenbehartiging t.a.v. de eventuele indicatiestelling voor de andere woonvorm. Tevens verwoord ik de doelen die mevrouw zich gesteld heeft in het mdo zodat voor iedereen duidelijk is waar mevrouw naar toe wil werken.
Afrondingsfase
Na nog drie gesprekken waarin we op bovenstaande wijze gewerkt hebben, nemen we de stand van zaken door met betrekking tot de doelen die we gesteld hebben.
Het hoofddoel, een andere woonvorm, is nog niet bereikt. Mevrouw is wel aangemeld voor een specifiek project: zelfstandig wonen met verpleeghuiszorg op afroep in de eigen woning. Mevrouw komt hiervoor in aanmerking.
Ten aanzien van beter omgaan met het zorgsysteem is het doel nog niet optimaal bereikt, mevrouw blijft nog vaak moeite hebben met de andere cultuur, ze heeft wel geleerd dit beter te accepteren, ze wordt er niet meer somber van. Ze is minder negatief, beter instaat voor haar wensen op te komen door ze op een positieve manier te brengen. Dit komt de relatie met de zusters ten goede.
Mevrouw heeft ook beter leren omgaan met haar handicap, ze. heeft inzicht gekregen in haar mogelijkheden en kan makkelijker haar keus bepalen. Uit haar houding blijkt dat ook, mevrouw zit rechtop in haar rolstoel, corrigeert steeds haar houding, kijkt de ander aan en is zelfs bezig te leren rijden in een elektrische rolstoel, zodat ze zelfstandig naar buiten kan.
Voor wat betreft haar daginvulling lukt het mevrouw daar voldoende afwisseling in aan te brengen. Momenteel richt ze zich wat meer op activiteiten die ze in haar woning kan gaan doen.
Ook is er duidelijkheid gekomen in de mantelzorg die de zussen kunnen bieden.
Ik bespreek de positieve acties van mevrouw, benoem haar inzet t.a.v. haar taken en ga in op haar leervermogen met betrekking tot om leren gaan met handicap.
We spreken af driewekelijks de voortgang van de revalidatie en de voortgang t.a.v. de woning te bespreken, mevrouw zal in de tussenliggende tijd met baar familie vast haar woning op gaan ruimen, zodat de verhuizing zo snel mogelijk kan plaatsvinden.
In deze afrondingsfase is er niet met specifieke taken gewerkt.
Reden Afsluiting
Hulpverlening afgerond
Verwezen
Niet verwezen
naar
Eindverslag / Eind-evaluatie
Commentaar op Taakgerichte Hulpverleningsmodel door de mw'er die de casus heeft uitgevoerd.
De werkwijze volgens TGH heeft een goede uitwerking gehad op deze cliënt. Door met taken te werken werd mevrouw geactiveerd, waardoor ze weer grip kreeg op haar situatie, wat haar gevoel voor eigenwaarde bevorderde en haar depressieve stemming deed afnemen. Ze werd zich bewust van de keuzemogelijkheden die er waren en kreeg controle over haar eigen zaken.
Ze kwam uit de negatieve gedachtencirkel die veel energie vergde zodat er weer energie vrij kwam voor het revalidatieproces en de acceptatie van haar handicap.
Voor mij betekende deze gestructureerde aanpak dat ik een goed overzicht bleef houden op de voortgang van de beoogde doelen. Ieder gesprek kwamen de problemen en hoe daaraan gewerkt werd weer ter sprake, er werd gecontroleerd hoever we in het proces waren en welke taken er nog aanbod moesten komen.
Werken met een contract was voor mij nieuw. Het leek mij tijdrovend maar dat viel erg mee. Waarschijnlijk zal het wanneer je er vaak mee werkt tijdsbesparend zijn.
Ook heb ik het model gebruikt om de psycho-sociale problemen in het zorgplan te beschrijven. Op deze manier profileer je tegelijkertijd je functie als m.w. in de instelling, je maakt duidelijk waaraan, op welke wijze en met welk doel je bezig bent.
Ik vond het moeilijk om tijdens de fasen ook zicht te houden op de diverse onderverdelingen van de taken en de doelen die je daarbij moet onderscheiden. Tijdens de gesprekken ben ik me niet altijd bewust van al deze taken, veel gebeurt vanzelfsprekend. Het achteraf in kaart brengen vergt nog wel enige oefening.
Hoewel veel mensen in het verpleeghuis vanwege hun ziekte tot weinig taken in staat zijn en je als werker vaak veel moet overnemen, denk ik toch dat ik meer gebruik zal gaan maken van dit model. Enerzijds als instrument om zicht te krijgen op mijn eigen werkwijze en wat de resultaten van mijn werk zijn en anderzijds om dit ook inzichtelijk te maken in de instelling.
Proces
Probleemanalyse
Beschrijving praktijksituatie:
Mevrouw B. is 65 - 70 jaar, ongehuwd, secretaresse geweest op scholengemeenschap, en sinds 3 maanden opgenomen in het verpleeghuis na een herseninfarct met als gevolg een halfzijdige verlamming aan haar linkerzijde. Het opnamedoel is revalidatie, mevrouw wil graag terug naar haar eigen woning.
Ze woont in een ruime driekamerflat met een lift. Ze is altijd zeer actief geweest op het gebied van cultuur, reizen, musea bezoeken en haar hobby's zijn bridgen, schilderen en lezen. Ze is in het bezit van een auto. Ze heeft twee zussen en ren broer, er bestaat een goede onderlinge relatie. Een zus van mevrouw woont in dezelfde flat, zij is weduwe, ze doen veel samen, bijv. vaak samen koken. Mevrouw krijgt iedere dag bezoek van haar familie, de zussen brengen ombeurten de hele middag bij mevrouw door. De familie van mevrouw heb ik ontmoet voor haar opname, toen zij t.b.v. hun keuzebepaling informatie en een rondleiding van mij kregen.
Met mevrouw heb ik kort na haar opname een kennismakingsgesprek gevoerd waarin ik heb uitgelegd op welk gebied zij ondersteuning van mij kan krijgen. Mevrouw heeft aangegeven allereerst haar energie in het revalideren te willen steken, zij weet dat ik in het multi-disciplinaire overleg op de hoogte wordt gehouden van de voortgang en eventuele problemen.
Taxatie functioneren:
Tijdens het mdo waar het behandelplan van mevrouw wordt besproken wordt ik op de hoogte gebracht van de voortgang van het revalidatieproces en baar algehele situatie.
Uit informatie van de andere disciplines blijkt dat mevrouw moeite heeft met de acceptatie van haar beperkingen waardoor ook haar inzicht in haar mogelijkheden en haar toekomstperspectief belemmerd wordt. Door deze problemen stagneert bet revalidatieproces. Mevrouw wil bijvoorbeeld niet nadenken over een beenbeugel teneinde meer sta-functie te krijgen omdat ze verwacht dat de functie nog terugkomt en ze een zichtbare beugel vreselijk lelijk vindt; iedereen kan het zien.
Tevens wordt duidelijk dat haar wens om terug te keren naar baar woning en daar zoveel mogelijk zelfstandig te functioneren niet haalbaar is, mevrouw heeft onvoldoende sta-functie in haar been waardoor het zelfstandig maken van de transfers die nodig zijn voor bijv. de toiletgang, niet mogelijk is. Ook de armfunctie is zeer beperkt, waardoor zij allerlei handreikingen nodig heeft met wassen, kleden enz. De ergotherapeute heeft met mevrouw de thuissituatie bekeken tijdens een huisbezoek. Daar kwam uit naar voren dat ook de woning niet geschikt. is voor mevrouw, de kosten van aanpassingen zouden zo hoog worden dat de gemeente deze niet zou willen bekostigen.
Over de stemming van mevrouw wordt opgemerkt dat deze somber is, mevrouw heeft weinig contact met medepatiënten, trekt zich terug en laat zich negatief uit over het verblijf in het verpleeghuis. Aan mij wordt de vraag gesteld met mevrouw te gaan praten over haar toekomst en haar te begeleiden t.a.v. bovenstaande problematiek.
Beginfase
Er wordt door mij een afspraak gemaakt met rnevrouw, ik heb haar de aanleiding, de vraag vanuit het mdo, uitgelegd en mevrouw reageert zichtbaar enthousiast, is zeer gemotiveerd en vindt het zeker noodzakelijk. Tijdens het eerste gesprek vertelt mevrouw over haar situatie. Ze vindt het verblijf in het verpleeghuis afschuwelijk, alle ellende die ze ziet, de oude mensen waar ze, geen aansluiting bij vindt, geen gesprek op haar niveau kan voeren, haar afhankelijkheid, haar lichaam dat haar in de steek laat en de houding en bejegening van het personeel die niet aansluit bij haar normen en waarden. Ze beschrijft haar acceptatieprobleem, het niet meer meetellen als je in een rolstoel zit, uiterlijke aspecten van een handicap en liet niet meer terug kunnen naar haar eigen woning, Ze voelt zich somber, piekert over haar toekomst, slaapt slecht, is erg snel moe en beeft nergens zin in. Ze vindt de activiteiten die er geboden worden niet zin- vol, handwerken houdt ze niet van en bingo is helemaal uit den boze. Ze beeft obstipatieklachten die haar zodanig bezighouden dat ze een belemmering vormen voor haar activiteiten. Ook voelt ze zich schuldig ten aanzien van haar zussen die zoveel tijd aan haar moeten besteden, ze zou echter niet weten wat ze zonder hen noest beginnen. Ze ziet geen oplossing voor al baar problemen, blijft maar in een kringetje ronddraaien met haar gedachten. Ze zegt geen grip meer op haar situatie te hebben.
Hulpverlening
Ik besteed in het eerste gesprek veel aandacht aan uitleg over ziekte en haar veranderde situatie, neem haar gevoelens en somberheid serieus, toon begrip voor problemen t.a.v. andere cultuur waar ze in is terecht gekomen, geef informatie over werkwijze ziekenverzorgsters, vraag door over haar interesses, haar leven en werken. Ook benoem ik de positieve resultaten die mevrouw al geboekt heeft t.a.v. de revalidatie.
Wat opvalt tijdens gesprek is de houding van mevrouw Ze zit ineengedoken, wegzakkend naar haar paresekant in haar stoel, met het hoofd naar beneden, als het ware wegkruipend voor iedereen. Op mijn vraag of ze wel prettig zit laat ze zien dat ze wel rechtop kan zitten maar dat de energie haar ontbreekt.
Het is een intelligente vrouw met een brede belangstelling. Ze is wat star in haar ideeën en verwachtingen ten aanzien van andere mensen, heeft altijd in een bepaalde kring van mens op een behoorlijk niveau geleefd en kan zich moeilijk inleven in andere levensstijlen. Ze heeft ook nog weinig tegenslag in haar leven ondervonden, kon altijd alles doen wat ze wilde.
Ik maak een samenvatting van de problemen zoals mevrouw ze heeft aangegeven en kom in overleg niet haar tot de volgende opsomming:
- mevrouw kan niet terugkeren naar eigen woning;
- mevrouw heeft moeite met accepteren van handicap;
- mevrouw vindt het moeilijk hulp te vragen;
- mevrouw heeft geen zinvolle dagbesteding; mevrouw voelt zich schuldig t.o.v. zussen
Ik leg mevrouw de werkwijze uit dat we samen gaan werken d.m.v. taken en hoe we dat gaan doen, Hieronder valt de vastlegging in een contract en bet bijhouden van de voortgang TH. de doelen die we, gesteld hebben.
Ook de tijdsduur en het aantal contacten komen ter sprake, Mevrouw is zeer gemotiveerd.
In het contract wordt als hoofdprobleem gesteld:
Mevrouw kan vanwege haar handicap niet terugkeren naar eigen woning.
Daarmee samenhangende problemen zijn:
- geen acceptatie ziekte;
- moeilijkheden met hulpvragen;
- geen zinvolle dagbesteding;
- schuldgevoelens t.o.v. zussen.
De behandelingsdoelen zijn:
l. Andere woonvorm, waar mevrouw zo zelfstandig mogelijk met haar handicap kan functioneren.
2. Mevrouw kan omgaan met handicap.
3. Mevrouw kan assertiever omgaan met hulpvragen.
4. Mevrouw heeft een zinvolle dagbesteding.
5. Mevrouw voelt zich niet schuldig meer.
We bespreken de taken die hier uit voortkomen en wie wat zal gaan doen en in welke volgorde.
De gesprekken vinden wekelijks plaats en duren een uur, zes weken lang. We besluiten met taakafspraken voor de tussenliggende tijd.
Taken, behorend bij beginfase en hun effect
ik zal informatie inwinnen over woonvormen, een onafhankelijke taak, effect is: duidelijkheid over mogelijkheden, mevrouw kan een keuze maken voor haar toekomst.
Er zijn tot nu toe twee gesprekken geweest.
Mevrouw is al na het eerste gesprek gestart met een externe cliënttaak (taxatietaak), voortvloeiend uit haar probleem geert hulp te kunnen vragen, nl. haar obstipatieklachten in kaart brengen. Ze zal haar stoelgang turven en zo inzichtelijk maken voor de arts, zodat er iets aan gedaan kan worden.
Resultaat is andere medicatie t.b.v. stoelgang, waardoor verbetering.
Als contacttaken kunnen we de vaststelling van het contract met daarin duidelijke afbakening van het probleem benoemen. Dit betekende voor mevrouw duidelijkheid omtrent het feit, dat we aan haar problemen gingen werken en wat haar taken waren.
Middenfase
We beginnen met de bespreking van de taken. Mevrouw blijft de resultaten van haar stoelgang bijhouden; Tevens komt naar voren dat ook de acceptatieproblemen hier een rol in spelen. Ze vindt het vreselijk geholpen te moeten worden bij zoiets persoonlijks als toiletgang. Ze durft vaak geen hulp te vragen als ze aandrang heeft omdat de zusters dan druk zijn. Ik vraag haar of het vaak voorkomt dat ze lang moet wachten. Dat is niet het geval, het is meer het idee van mevrouw. Ik geef uitleg over de werkwijze en dat men er is om haar te helpen. Mevrouw geeft ook een voorbeeld van een onjuiste bejegening van een zuster. Mevrouw heeft als gewoonte zich te verontschuldigen als ze hulp nodig heeft, dat is ze gewend, ze begint haar vraag altijd met "sorry, kunt U.. Een zuster was tegen haar uitgevallen, ze had gezegd "dat mevrouw nu maar eens op moest houden met dat gesorry, daar had ze schoon genoeg van, ze deed gewoon haar werk". Mevrouw kan op zo'n moment niets meer zeggen, voelt zich verdrietig en niet begrepen, vindt haar reactie normaal en begrijpt de zuster niet. Ik leg uit hoe een ziekenverzorgster zoiets ervaart en we oefenen samen hoe mevrouw anders kan vragen en reageren op de zusters. De oefeningen vindt mevrouw leuk om te doen, de sfeer verbetert, mevrouw is minder gespannen.
Mevrouw krijgt als taak het geoefende gedrag uit te proberen bij het vragen om hulp bij de toiletgang, ze zal zich niet meer verontschuldigen als ze hulp nodig heeft. Ze houdt de resultaten bij in het werkschrift dat we in gebruik hebben genomen.
Ik breng mevrouw op de hoogte van de ingewonnen informatie m.b.t. de woonvormen. Er is ook schriftelijke informatie gekomen. dat krijgt mevrouw mee om te bestuderen en met haar zussen door te spreken.
Mevrouw vindt het moeilijk een keus te bepalen en we spreken af dat een gezamenlijke bijeenkomst met haar zussen zinvol is om over de woonvormen te praten. Tegelijkertijd zullen we dan over de aandacht en zorg die zussen bieden en in de toekomst mogelijk nog willen geven praten. We spreken over de verwachtingen van mevrouw t.a.v. haar zussen zodat ik tijdens bet gesprek mevrouw op de juiste manier kan ondersteunen. Mevrouw zal haar zus vragen contact met mij op te nemen om een afspraak te maken.
Ten aanzien van het zinvol de dag doorbrengen praten we over de hobby's van mevrouw en haar andere bezigheden. Ik wijs haar op de mogelijkheden die de activiteitenbegeleidster heeft en we inventariseren haar behoeften.
De taken die daar uit voortkomen zijn: Mevrouw gaat praten met a.b. over schilderen. Met familie zal over de aanschaf van een t.v. gesproken worden zodat mevrouw naar haar eigen programma's kan kijken op haar kamer. Ook zal ze contact opnemen met jaar bridgevrienden om te vragen of ze af en toe naar het verpleeghuis willen komen om te bridgen. Het gesprek wordt afgerond met een samenvatting van taken en mevrouw krijgt een kopie van de afspraken die we gemaakt hebben.
Taken, behorend bij middenfase en hun effect
Taxatietaak t.a.v. stoelgang, effect: Mevrouw krijgt inzicht in patroon, dit verbetert waardoor ze meer openstaat voor andere bezigheden. Tevens wordt het inzicht van mevrouw vergroot t.o.v. hoe haar gedachten over hulpvragen de obstipatieproblemen beïnvloeden. Deze bewustwording werkt positief t.a.v. acceptatie.
Contacttaak: aanleren van ander gedrag. Effect: mevrouw is minder gespannen en het aanleren van vaardigheden waardoor haar greep op haar situatie kan verbeteren. Daarnaast was een contacttaak het vergroten van inzicht en bewustwording d.m.v. informatieve discussie. Mevrouw heeft haar verwachtingen t.a.v. familie duidelijk gekregen.
Externe cliënttaak: daginvulling bespreken. Effect: zinvolle dagbesteding. Mevrouw heeft schilderclubje in het verpleeghuis, ze beeft daardoor meer contacten met medepatiënten. De bridgevrienden komen bridgen, ze wordt weer voor vol aangezien. De t.v. is geïnstalleerd, mevrouw is weer goed op de hoogte van het leven buiten bet verpleeghuis.
Als werker ben ik in deze fase bezig met belangenbehartiging t.a.v. de eventuele indicatiestelling voor de andere woonvorm. Tevens verwoord ik de doelen die mevrouw zich gesteld heeft in het mdo zodat voor iedereen duidelijk is waar mevrouw naar toe wil werken.
Afrondingsfase
Na nog drie gesprekken waarin we op bovenstaande wijze gewerkt hebben, nemen we de stand van zaken door met betrekking tot de doelen die we gesteld hebben.
Het hoofddoel, een andere woonvorm, is nog niet bereikt. Mevrouw is wel aangemeld voor een specifiek project: zelfstandig wonen met verpleeghuiszorg op afroep in de eigen woning. Mevrouw komt hiervoor in aanmerking.
Ten aanzien van beter omgaan met het zorgsysteem is het doel nog niet optimaal bereikt, mevrouw blijft nog vaak moeite hebben met de andere cultuur, ze heeft wel geleerd dit beter te accepteren, ze wordt er niet meer somber van. Ze is minder negatief, beter instaat voor haar wensen op te komen door ze op een positieve manier te brengen. Dit komt de relatie met de zusters ten goede.
Mevrouw heeft ook beter leren omgaan met haar handicap, ze. heeft inzicht gekregen in haar mogelijkheden en kan makkelijker haar keus bepalen. Uit haar houding blijkt dat ook, mevrouw zit rechtop in haar rolstoel, corrigeert steeds haar houding, kijkt de ander aan en is zelfs bezig te leren rijden in een elektrische rolstoel, zodat ze zelfstandig naar buiten kan.
Voor wat betreft haar daginvulling lukt het mevrouw daar voldoende afwisseling in aan te brengen. Momenteel richt ze zich wat meer op activiteiten die ze in haar woning kan gaan doen.
Ook is er duidelijkheid gekomen in de mantelzorg die de zussen kunnen bieden.
Ik bespreek de positieve acties van mevrouw, benoem haar inzet t.a.v. haar taken en ga in op haar leervermogen met betrekking tot om leren gaan met handicap.
We spreken af driewekelijks de voortgang van de revalidatie en de voortgang t.a.v. de woning te bespreken, mevrouw zal in de tussenliggende tijd met baar familie vast haar woning op gaan ruimen, zodat de verhuizing zo snel mogelijk kan plaatsvinden.
In deze afrondingsfase is er niet met specifieke taken gewerkt.
Afsluiting / Evaluatie / Leerervaringen
Commentaar op Taakgerichte Hulpverleningsmodel door de mw'er die de casus heeft uitgevoerd.
De werkwijze volgens TGH heeft een goede uitwerking gehad op deze cliënt. Door met taken te werken werd mevrouw geactiveerd, waardoor ze weer grip kreeg op haar situatie, wat haar gevoel voor eigenwaarde bevorderde en haar depressieve stemming deed afnemen. Ze werd zich bewust van de keuzemogelijkheden die er waren en kreeg controle over haar eigen zaken.
Ze kwam uit de negatieve gedachtencirkel die veel energie vergde zodat er weer energie vrij kwam voor het revalidatieproces en de acceptatie van haar handicap.
Voor mij betekende deze gestructureerde aanpak dat ik een goed overzicht bleef houden op de voortgang van de beoogde doelen. Ieder gesprek kwamen de problemen en hoe daaraan gewerkt werd weer ter sprake, er werd gecontroleerd hoever we in het proces waren en welke taken er nog aanbod moesten komen.
Werken met een contract was voor mij nieuw. Het leek mij tijdrovend maar dat viel erg mee. Waarschijnlijk zal het wanneer je er vaak mee werkt tijdsbesparend zijn.
Ook heb ik het model gebruikt om de psycho-sociale problemen in het zorgplan te beschrijven. Op deze manier profileer je tegelijkertijd je functie als m.w. in de instelling, je maakt duidelijk waaraan, op welke wijze en met welk doel je bezig bent.
Ik vond het moeilijk om tijdens de fasen ook zicht te houden op de diverse onderverdelingen van de taken en de doelen die je daarbij moet onderscheiden. Tijdens de gesprekken ben ik me niet altijd bewust van al deze taken, veel gebeurt vanzelfsprekend. Het achteraf in kaart brengen vergt nog wel enige oefening.
Hoewel veel mensen in het verpleeghuis vanwege hun ziekte tot weinig taken in staat zijn en je als werker vaak veel moet overnemen, denk ik toch dat ik meer gebruik zal gaan maken van dit model. Enerzijds als instrument om zicht te krijgen op mijn eigen werkwijze en wat de resultaten van mijn werk zijn en anderzijds om dit ook inzichtelijk te maken in de instelling.